Mijn Keerpunt: Van Overleven naar Leven

Ten eerste was ik altijd maar onderweg. Niet letterlijk van A naar B, maar figuurlijk – altijd rennend voor anderen, springend als iemand iets nodig had, mijn to-do lijst als een eindeloze trein van verwachtingen die nooit stil leek te staan. Ten tweede was ik de rots in de branding voor mijn collega’s, ten derde de altijd bereikbare vriendin, ten vierde de zorgzame dochter, ten vijfde de supervrouw die alles ‘even’ regelde. En ondertussen vergat ik één ding: Mezelf.

Steeds vaker werd ik wakker met een beklemmend gevoel op mijn borst. Mijn hart sloeg op hol bij de minste of geringste stress. Soms leek het alsof mijn ademhaling het niet meer bijhield, alsof ik verdronk in al dat “moeten”. Angst en paniek lagen eerst op de loer maar werden uiteindelijk werkelijkheid en ik voelde me gevangen in een leven dat van buiten misschien perfect leek, maar van binnen kraakte het aan alle kanten.
Ik hield me groot. Want dat doe je toch? Gewoon doorgaan. Even op de tanden bijten. “Het komt wel goed,” zei ik tegen mezelf. Tot op een dag, terwijl ik bezig was met schoonmaken waar ik eigenlijk geen energie voor had ik ineens dacht: “Is dit het nou? Als dit het is… dan hoeft het van mij niet meer.” Die gedachte schudde mij wakker. Ik besefte dat ik op een kruispunt stond. En dat er maar één iemand was die de richting kon bepalen: ik zelf.
Voor het eerst in lange tijd besloot ik om hulp te vragen. Ik had van alles al geprobeerd en van de antideprasiva werd ik afgevlakt maar waren mijn problemen niet opgelost. Ik klopte aan bij een coach, een ervaringsdeskundige, hier durfde ik mijn verhaal te vertellen. Over de druk die ik voelde. De angst en paniekaanvallen die mijn sloopte, het helemaal op zijn. De eenzaamheid die ik voelde, ik van mezelf altijd sterk moest zijn.
Het begin was moeilijk en op sommige vlakken zeer contronterend. Boos was ik soms over wat hij zei maar eenmaal thuis kwam ik erachter dat het wel waar was. “Nee” zeggen voelde als falen. Tijd nemen voor mezelf gaf mij eerst een schuldgevoel. Maar stap voor stap, adem voor adem, begon ik iets nieuws te ontdekken: ruimte. Ruimte om stil te staan. Ruimte om te voelen. Ruimte om te kiezen, niet voor wat anderen van mijn verwachtten, maar voor wat ik echt nodig had. En vooral niks te moeten!
Ik begon mijn grenzen aan te geven. Kleine dingen, eerst een avondje afzeggen, een wandeling maken in plaats van nog een taak afvinken. Ik leerde weer luisteren naar haar lichaam. Naar mijn hart, maar deze keer op een gezonde manier. Niet de hartkloppingen van stress, maar het zachte fluisteren van mijn innerlijke stem.
Nu leef ik al weer heel wat jaren een gezond en gelukkig leven. Het mooiste van alles: dat ik mezelf heb teruggevonden.
Want het leven hoeft niet perfect te zijn. Het hoeft alleen maar echt te zijn.